Sommige politici proberen stemmen te winnen door te zeggen dat ze de inkomens in Nederland verder willen nivelleren. Mensen met een hoger inkomen zullen dan bijvoorbeeld meer belasting en zorgpremie moeten betalen. Voor mensen met een laag inkomen kan dit als muziek in de oren klinken. Laat die veelverdieners maar wat meer bijdragen aan de samenleving, hoor je ze denken. Maar het is nog maar de vraag of nivelleren wel zo verstandig is. Ook voor mensen die minder verdienen, kan nivelleren verkeerd uitpakken.
Arbeidsmarkt
Vraag en aanbod
De arbeidsmarkt werkt volgens het principe van vraag en aanbod. Volgens dit principe geldt dat de prijs, ofwel het salaris, hoog zal zijn als er veel vraag is naar arbeid en het aanbod klein is. Is de vraag echter niet zo groot en het aanbod wel, dan zal de prijs laag zijn. Op het moment dat vraag en aanbod gelijk zijn, is er sprake van een evenwichtssituatie.
Als de markt zijn gang kan gaan, zal bij een grote vraag het aanbod toenemen. Een baan levert immers een mooi salaris op. Als echter het aanbod van werknemers zo groot is dat een werkgever ze voor het uitzoeken heeft, zal deze niet meer betalen dan nodig. Voor werknemers wordt het minder interessant om te gaan werken. Zij die het zich kunnen veroorloven, bijvoorbeeld omdat ze een werkende partner hebben, zullen er eerder voor kiezen minder of helemaal niet meer te gaan werken. Ook zal werken weinig tot niets meer opleveren dan een uitkering. Uitkeringsgerechtigden zullen daardoor minder hun best doen een baan te vinden.
Varkenscyclus
Omdat de arbeidsmarkt niet per direct op veranderingen reageert, zullen vraag en aanbod het evenwichtspunt voorbij schieten. Als er eerst veel vraag was naar schaarse werknemers waarbij de prijs hoog was, dan zal dit omslaan in een situatie waarin er minder vraag is, te veel aanbod en een lagere prijs. Dit wordt de varkenscyclus genoemd. Uiteindelijk gaat de werkgelegenheid zich rond het evenwicht bewegen.
Werkgelegenheid en nivelleren
Nivellering zorgt dat de prijs van arbeid voor werkgevers hoog blijft, terwijl werknemers er minder van in hun portemonnee terugvinden. Daarnaast is het voor de werknemer minder interessant om hard te werken of goede opleidingen te volgen, want hij krijgt er relatief weinig voor terug als hij extra zijn best doet. Hierdoor ontstaat een remmend effect op innovatie. Mensen halen alleen het beste uit zichzelf als daar een reële beloning tegenover staat.
In de grafiek is te zien wat er gebeurt bij nivellering. Dit is een voorbeeld met fictieve getallen. De blauwe lijn geeft de vraag naar arbeid weer. Hoe hoger de prijs, hoe lager de vraag. De groene lijn geeft het aanbod van werknemers weer. Hoe hoger de prijs, hoe groter het aanbod. Bij een salaris van 9 wordt het evenwicht bereikt. Op dit punt zijn 5,5 werknemers voorzien van een baan.
Als er nu maatregelen genomen worden waardoor de werknemer van hetzelfde salaris minder overhoudt, ontstaat bijvoorbeeld de rode lijn. Het is duidelijk dat het evenwicht bij een hoger salaris ontstaat, namelijk bij 10, waarbij er minder mensen aan het werk zijn, namelijk slechts 5. Nivelleren is dus slecht voor de werkgelegenheid en helpt de bevolking daardoor niet om zoveel mogelijk financieel onafhankelijk van de overheid te zijn.
Een effect van minder werkgelegenheid is dat mensen meer tijd hebben om zelf allerlei dingen te doen. Ze huren niet meer iemand in om het huishouden te doen en op de kinderen te passen. Mensen met twee rechterhanden gaan meer klusjes en reparaties in huis zelf uitvoeren in plaats van die dingen uit te besteden. Hiermee zorgen ze dat hun uitgaven lager worden. Dit gaat ten koste van de werkgelegenheid voor de mensen die dit soort dingen beroepsmatig doen.
Armoedeval
De armoedeval is een probleem waar mensen tegenaan lopen als ze gaan werken, terwijl ze eerder nog een uitkering hadden. Het blijkt dat ze er vaak op achteruit gaan, als ze niet meteen veel gaan verdienen. Op de website www.nivelleren-is-een-feest.nl werd goed uitgelegd hoe dit werkt. Helaas bestaat deze website niet meer.
Aan de hand van een voorbeeldgezin bestaande uit twee volwassenen met twee jonge kinderen wordt aangetoond dat dit gezin er nauwelijks op vooruit gaat als één van de ouders een ongeveer modaal inkomen van € 30.000 gaat verdienen. Allerlei toeslagen worden dan namelijk verlaagd of verdwijnen helemaal. Zo krijgen ze bijvoorbeeld geen huurtoeslag meer en is de zorgtoeslag lager. Het brutoloon is voor de werkende ongeveer 1.000 euro per maand hoger, maar het nettoloon nog geen 200 euro.
Als de kostwinner in het voorbeeldgezin geen € 30.000 maar € 70.000 gaat verdienen, dan verdient deze vier keer zoveel als het gezin met alleen een uitkering. Netto blijft daar echter slechts 1,75 keer zoveel van over. Hieruit blijkt dat harder werken om meer te verdienen relatief weinig oplevert. Zou er nog verder genivelleerd worden, dan zou dit effect nog verder versterkt worden. De uitkeringsgerechtigde gaat er misschien iets op vooruit, maar voor de werknemer met het inkomen iets onder modaal loont het niet meer om te werken. De werknemer met het tweemaal modale inkomen ziet het grootste deel van zijn zuurverdiende centen direct naar de overheid verdwijnen.
Nivelleren: ook geen feest voor de hoge inkomens
Een veelgehoord argument voor het nivelleren is dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Op zich klinkt dit redelijk. Wat echter vaak vergeten wordt, is dat de mensen met hogere inkomens al aanzienlijk meer belasting betalen dan de mensen met lagere inkomens. Dit komt niet alleen doordat ze meer inkomen hebben waarover ze belasting betalen maar ook door het progressieve belastingstelsel. Van iedere euro die iemand die in het hoogste belastingtarief valt, meer gaat verdienen, verdwijnt 52 cent naar de schatkast. Er blijft dus maar 48 cent over. Bovendien heeft deze persoon geen recht op toeslagen. Iemand die het minimumloon verdient, houdt van elke extra euro netto bijna 64 cent over.
Als het voor de groep met de sterke schouders onaantrekkelijker isom meer te werken, zullen ze er eerder voor kiezen minder te gaan werken en daardoor minder belasting betalen. Voor de zwakkere schouders geldt dat als hun uitkering hoger is door de nivellering, ook zij niet bereid zijn harder op zoek te gaan naar werk. Dat zal hun niet een hoger inkomen opleveren, maar wel extra kosten. Denk bijvoorbeeld aan vervoer naar het werk, representatieve kleding en kinderopvang.
Hoe moet het dan wel
In het voorgaande is besproken dat het overhevelen van inkomsten van de groep die het meest verdient naar de groep die het minst verdient, niet werkt. Wat moet er dan gebeuren om te zorgen dat iedereen voldoende inkomen heeft om zichzelf te redden?
Werken
Ten eerste is het belangrijk dat zo weinig mogelijk mensen afhankelijk zijn van een uitkering. Mensen moeten dus gestimuleerd worden om te gaan werken. Daarvoor is het nodig dat, zelfs bij een baan met een minimuminkomen, het netto inkomen hoger is dan een uitkering. Daarnaast moeten ze het idee hebben dat ze het ergens voor doen, dat het werken meerwaarde heeft. Een redelijke beloning kan hierbij helpen.
Opleiding
Ten tweede moet er voldoende werkgelegenheid zijn en moeten vraag en aanbod van bepaalde typen werknemers op elkaar aansluiten. Mensen die niet werken moeten dus gestimuleerd worden zich om te laten scholen zodat ze beroepen kunnen uitoefenen waar vraag naar is. De grote uitdaging voor de toekomst is lager opgeleiden en ouderen aan het werk te houden. Veel werk verdwijnt naar lagelonenlanden of wordt geautomatiseerd. Door de stijgende AOW-leeftijd zullen ook steeds meer ouderen aan het werk moeten blijven. Voor beide groepen geldt dat ze bereid moeten zijn zich te laten om- en bijscholen om hun kans op werk zo groot mogelijk te houden.
Regelgeving
Ten derde moeten mensen die willen werken, dat ook kunnen. Ze zouden niet gehinderd moeten worden door een teveel aan regels. Bijvoorbeeld de bepaling dat werknemers minimaal een bepaald loon moeten krijgen, kan werkgevers ervan weerhouden mensen aan te nemen. Mensen die al langere tijd buiten het arbeidsproces staan, kunnen er bij gebaat zijn opnieuw in het werkritme te komen en werkervaring op te doen in een laagbetaalde baan, terwijl hun inkomen met een uitkering wordt aangevuld. Na verloop van tijd zullen ze een beter betalende baan moeten vinden.
Ook moet het gemakkelijk gemaakt worden om een eigen bedrijf te starten. Mensen die een eigen onderneming hebben zijn vaak erg gemotiveerd om er het beste van te maken. Zij kunnen zorgen voor innovatie en werkgelegenheid.
Duurzaamheid
Door duurzamer te leven, kan op kosten bespaard worden. Door energiebesparende maatregelen in de woning te nemen, kunnen de woonlasten verlaagd worden. Hierbij valt te denken aan het isoleren van muren en daken maar ook aan maatregelen om sluipverbruik terug te brengen. De overheid kan hieraan bijdragen door bijvoorbeeld de belasting op energiebesparende producten en de installatie ervan te verlagen. De belasting op sterk vervuilende consumptie zou dan juist omhoog moeten.
Een andere mogelijkheid is dat de gemeente braakliggende grond beschikbaar stelt om groente op te verbouwen. De opbrengst kan ten goede komen aan mensen die afhankelijk zijn van de voedselbank. Deze maatregelen zorgen voor lagere lasten voor de mensen met lage inkomens, waardoor ze geen hogere uitkering nodig hebben en verdere nivellering niet nodig is.
Alle artikelen in deze categorie:
- De AOW: een alternatieve oplossing
- Het aanvullend pensioen: een zaak voor de werkgever?
- Het Algemeen Pensioenfonds (APF)
- Het Chileense pensioenstelsel: een voorbeeld voor Nederland?
- Het minimumloon: een alternatieve oplossing
- No claim garantie bij minder verzekeraars
- Stichting Jarige Job: arm maar toch een verjaardag
- Waarom de hypotheekrenteaftrek afgeschaft moet worden
- Waarom nivelleren geen feest is